Wondzorg bij decubitus

Als zorgprofessional is het belangrijk om gestructureerd te werk te gaan wanneer u wordt ingeschakeld bij een cliënt met een (beginnende) decubitus. Het is daarbij van belang om in de anamnese onderscheid te maken tussen wondzorg of huidzorg. We spreken over huidzorg als de huid risico loopt op beschadiging of beschadigd is. We spreken over wondzorg als de huid open is, of duidelijk beschadigd is in de dieper gelegen weefsels.

Afnemen wondanamnese
Aan de hand van de twee acroniemen ALTIS (Aard, Locatie, Tijdsverloop, Intensiteit en Samenhang) en T(Tissue/weefsel) I (infectie) M (Moist/vocht) E(Edge/wondrand of wondomgeving) kunt u de wond en een deel van de voorgeschiedenis in kaart brengen. Daarnaast is het van belang om te informeren naar zaken als voeding, medicatiegebruik, mobiliteit en rookgedrag. Als u het vermoeden van een decubitus hebt, onderzoekt u daarnaast ook de mate van druk - en schuifkrachten op uitstekende (bot)delen. 

Wondbehandeling

Decubitus bestaat in in verschillende gradaties:

  • Categorie 1: niet wegdrukbare roodheid. de rode huidskleur wordt niet wit wanneer u met een aantal vingers lichte druk op de rode plek uitgeoefent. De roodheid blijft. Omdat hier geen sprake is van een wond, valt de behandeling onder huidzorg. Verzorg de huid, maar bescherm de huid ook tegen extra druk. Ga daarom op zoek naar de oorzaak van de roodheid, informeer de cliënt, zet hulpmiddelen in en zorg voor verandering van houding. Geef ook aandacht aan voeding.
  • Categorie 2: gedeeltelijk verlies van een deel van de huidlagen (een open wond of ontvelde blaar). Neem alle maatregelen zoals bij categorie 1 en pas wondbeleid toe.De behandeling van de wond is afhankelijk van de categorie decubitus, de uitkomsten van TIME en de voorkeur van de cliënt. We hanteren hierbij het WCS Classificatiemodel. Op de website van Kenniscentrum Wondzorg kunt u meer informatie vinden over decubitus. Verander niet te snel van materiaal (geef het minimaal twee weken de kans) en gebruik niet teveel verschillende materialen in één wond.
  • Categorie 3: verlies van de volledige huidlagen (vetweefsel zichtbaar). Pas wondbehandeling toe en neem alle eerdergenoemde maatregelen om de druk te verlichten.
  • Categorie 4: verlies van volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar). Pas wondbehandeling toe en neem alle eerdergenoemde maatregelen om de druk te verlichten.

Naast bovenstaande categorieën is er een ondefiniëerbare categorie waarbij de diepte niet is vast te stellen (denk aan dikke korst op hiel) en de categorie waarbij de opperhuid nog in tact lijkt, maar waarschijnlijk wel sprake is van diepe schade (bijvoorbeeld bloedblaar).

Voorlichting aan cliënten en mantelzorgers

Bij alle wonden met een gecompliceerde genezing is het van belang de oorzaak van de wond te kennen en het probleem zo mogelijk op te lossen. Bij decubitus is dat drukontlasting. Afhankelijk van de plaats waar de decubitus optreedt, betekent dat inzet van hulpmiddelen, maar ook regelmatig (minimaal a 2 uur) veranderen van houding. Daarvoor is hulp van familie en mantelzorgers onontbeerlijk. Leg dit goed uit. Alleen begrip kan leiden tot therapietrouw (compliance en adherence).

Terug naar de beginpagina voor de zorgprofessional >>